Oma’s gedachtekronkels
2022! Wat gaat alles snel. We herinneren ons nog levendig alle poespas bij dat magische getal 2000. En nu zijn we alweer in de vorstmaand, 22 jaar verder. Dat woord ‘vorstmaand’ staat zoals alle jaren op de Druivelaarkalender. Ik ben wellicht een van de weinigen die af en toe ook de uren van zonsopgang en zonsondergang lezen. Ik had graag die zon eens gezien op 13 januari, maar neen, grijs, grauw, erwtensoep. Dan lees ik de patroonheilige van de dag: de H.Hilarius. Hilarisch zijn de meest mopjes niet op de kalender, maar toch sla ik het ritueel van het omdraaien van het afgescheurde blaadje niet over. Mopje van de dag:
Man die een brief zit te lezen, tegen zijn vrouw: “Dit is een brief van de belastingsinspectie. Ze willen weten waar ik het geld heb gehaald om ze te betalen.” En dat doet me eraan denken dat ik nog moet internetbankieren. Aan de slag.
Tot in de herfst van 2021 had ik een comfortrekening en daar voelde ik mij best comfortabel bij. En dan kreeg ik plots op het scherm: ‘Bye bye classic banking. Welcome to BEATS. Ons hart BEATS voor u.’ Men kent bij de bank blijkbaar nog een paar woorden Nederlands: ons hart, voor u. Oh ja, ze zijn er ‘voor u’! Indien u goed te been bent, of over een auto beschikt, indien u bij een telefonische vraag de verwijzing krijgt naar’ www… enz.’ en toch beleefd blijft… Geen kwaad woord over al die vriendelijke personeelsleden bij de bank, hoor. (En ik wil geen ruzie met een bankier in mijn familie.) Zal mijn geld méér opbrengen nu ik een Angelsaksisch-bonkende rekening heb?
Mijn generatie heeft behoorlijk haar best gedaan om de Nederlandse taal te (her)waarderen, wij hebben zelfs met ABN-clubjes geijverd om Franse woorden die een Nederlands equivalent hadden, te weren. En terwijl met een zacht briesje overbodige Franse woorden wegsijpelden, kwam het Engels met een wervelstorm binnen. Meertaligheid is een pluspunt en wij mogen als Vlamingen fier zijn op onze talenkennis. Maar wat is er mis met ‘Vrolijk Kerstfeest en gelukkig Nieuwjaar’? Ik bekijk de nieuwjaarkaartjes die ik ontving en mijn hoofd BEATS. Zoveel ‘Merry Christmas and Happy New Year’- kaartjes, soms met op de keerzijde ‘Made in Belgium’. Ook merry en happy fotokaartjes van vrienden die zelf de tekst kunnen kiezen op het computerprogramma.
Wellicht denken de ‘kids’ dat dit ‘item’ hun ‘fun’ bederft. ‘Shit’ klinkt netter uit de mond van een kleinkind dan de ‘verdomme’ van vroeger, maar vraag het eens de vertaling op te zoeken? Alles went, ook een stinkend woordje. Het ‘Woord van het jaar 2021’ was sterk: knaldrang. Het woord ‘corona’ zat er tenminste niet in, al was het wel de inspiratie. De Nederlanders vond ik negatief met hun ‘prikspijt’. Het kinderwoord van het jaar klonk niet bepaald Nederlands, maar ik vond het een sympathieke keuze: ‘ma stobbe’. (Stop, het mag stoppen want ik heb dat niet graag.) En ook het tienerwoord was leuk en gelukkig niet coronagerelateerd: bestie (voor beste vriend of vriendin). Maar toch goed dat men in het Journaal en in de krant daar een beetje uitleg bij gaf.
Zou dat ooit uitgegeven worden, een woordenboekje ‘Kleinkindertaal-Omataal’? Bas, bruh, echt? Sheesh bro! Interessant om een eenvoudige taal bij te leren, al gebruiken de kinderen die taal niet bij oma maar alleen onder elkaar. Tegen dat een dergelijk woordenlijstje gedrukt zou zijn, is er niemand die de modewoordjes nog in de mond neemt.
Tja, alles evolueert in een mensenleven. De fase van Tik Tak, dan naar Tiktok en dan Tactiek. Mijn voorziene tactiek voor 2022? Nie neuten, nie pleujen. Oei, dat is ook geen keurig Nederlands…