Voor de kerst en ’23 warme wensen met een groet: dat je alles kan gebruiken wat er dagelijks toe doet. Goede ogen om te kijken naar de plant naast je tv en een neus om op te snuiven, knoflooksoep of crème brûlée, vlotte vingers om te voelen wat de juiste toetsen zijn en een tong om te genieten van het water bij de wijn, goede oren om te spitsen bij Camille of Menuhin want zo hebben ’t komend jaartje alle vijf die tuigen zin. m.v.
Het bestuur van Samana Flora wenst iedereen Zalig Kerstmis. Wij hopen dat de ‘vrede op aarde’ waarover wij zingen, ook realiteit mag worden. Geniet van de warmte en de gezelligheid in familiekring. De meest gehoorde maar toch écht gemeende wens voor het nieuwe jaar is: een goede gezondheid. Dat is niet bij iedereen vanzelfsprekend. Dus voor velen voegen wij daaraan toe: veel moed en doorzettingsvermogen. Het ga jullie goed in 2023 ! Wij blijven verbonden.
Ieder jaar overvalt weemoed ons in de herfstperiode, vooral rond Allerheiligen. Het graf of een herdenkingsplek bezoeken van wie men mist en er bloemen brengen, is een mooi ritueel, het werkt troostend. Mijn moeder zei meermaals: “Wanneer je op een kerkhof de doden herdenkt, denk er meteen bij: wat zou ik nu kunnen doen voor de levenden?” Wanneer ik voor het graf van mijn ouders sta, komen die woorden weer in mijn gedachten.
Hoe moeilijk moet het zijn voor ouderen in een WZC die weinig en meestal niet de mogelijkheid hebben de graven van hun geliefden nog te bezoeken. Zij treuren, herdenken én vergeten bij foto’s op hun vensterbank. Niet iedereen heeft kinderen die hun tradities verderzetten en ’tijden veranderen’. Ik prijs mij gelukkig met attente kinderen en kleinkinderen, maar wanneer ik een familielid bezoek in een WZC valt het me zwaar te horen dat daar mensen zijn die amper bezoek ontvangen. En wanneer ik daar een oude moeder-grootmoeder-overgrootmoeder met de ogen dicht zie wegzinken in haar zetel, in die ene plaats waar haar verdere leven zich zal afspelen, denk ik aan poëzie. Dichters kunnen raken. Als Allerheiligen-Allerzielengedicht:
‘Moeder’ Karel Jonckheere.
Zo lang zij rustig leeft kunnen wij haar vergeten, ze kost ons zorg noch geld, ze doet ons nimmer zeer; tweemaal in ’t jaar, misschien, gaan wij nog bij haar eten en lachen als ze zegt: Het is de laatste keer. Maar één kort spoedbericht maakt ons opnieuw tot zonen, wat ons gewichtig werd, valt plots en dwaas uiteen, wij dachten in onze eeuw en in ons werk te wonen tot wij beschaamd en leeg haar kleine huis betreên. Ze heeft op ons gewacht. Tenzij ze is gestorven. Daar ligt wie onze moeder was, het arm gezicht waarin veel eenzaamheid berusting heeft gekorven beschenen voor het laatst in reeds vervreemdend licht. Dat wij voorgoed alleen zijn thans, dat alle bronnen vervloeien in de tijd, bedroeft ons hart zo niet. Maar dat onze overmoed zich nimmer heeft bezonnen over haar eenzaamheid, dit wordt ons taaist verdriet.
De leerlingen van OV3 maken in de klas bij juf Natascha een vogelkastje. “Luister”, zegt zij duidelijk ,”je moet niet alleen kijken of het mooi is, maar je moet vooral denken: wie gaat er naartoe komen? Het is voor vogeltjes, dus het moet wat betreft materiaal en vorm aangepast zijn aan de vogeltjes.” De leerlingen doen hun best, ze maken met weinig en goedkoop materiaal gepaste kleine woningen voor de vogeltjes. Vandaag luister ik naar het ochtendnieuws op de radio en ik kan mijn oren niet geloven. In mijn hoofd flitst spontaan een volkse kampioenenklinkende ‘ “t Is nie waar, hé !” Mijn Hollandse neef zou gezegd hebben: “Nou breekt mijn klomp !” maar ook dát klinkt nog veel te zacht. Wat slaat mij zo met verstomming? Het net gerestaureerde Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen heeft een probleem… strepen van donkere schoenen op de witte glanzende (duurzame !) vloer. Een reporter laat de directie aan het woord. En vooral dán gaan mijn oren tuiten: “Het is voor ons een leerproces.” Hoeveel jaar was het museum gesloten voor deze restauratie? Hoeveel miljoenen heeft het gekost? Zal ik op zoek gaan naar witte schoenen om binnenkort samen met de koningen het kind te gaan aanbidden in de Rubenszaal ?
Twee maand geleden ontmoette ik in Vlissingen een leuke knaap van 10 die graag met klompen naar school ging. Hij stapte vlot en fier op de Boulevard. Kom gerust eens naar Bokrijk, Bas, je zal er geen schade aanrichten.
Binnenkort zullen we met de leden van Samana samenzitten met kinderen van de lagere school, om gezelschapsspelletjes te spelen. Een spelletje ‘Mens, erger je niet’, daar ben ik aan toe. Volgende maand wil ik wel graag de vogelkastjes zien van de jongeren, waarvan in hun dossier staat dat ze verstandelijk minder presteren.
Eén ding weet ik zeker, de vogeltjes zullen tevreden zijn.
Ledenbijeenkomst 7 juni 2022 – Gedichten, teksten en liedjes rond moeder- en vaderdag
Na onze gezellige namiddag hielden we een ‘stemming’ over ‘het mooiste gedicht of tekst’. Hieronder de uitslag. Zoals beloofd ook de tekst van het winnende gedicht hieronder. Indien gewenst kun je het downloaden en afdrukken. Ook zijn uw reacties altijd welkom. Klik hiervoor op ‘Reacties’ bovenaan en schrijf uw mening…. Veel leesplezier !
Welk gedicht of tekst vond jij het mooiste ? Aantal stemmen: 2 ’t Eerste (G. Gezelle) 5 Mama (T. Hermans) 3 Aan mijn moeder (M. Darwish) Moeder zijn… (Anne) 5 Moederken (G. Gezelle) 3 Dit is een brief… (Tjitske Jansen) 1 Sterke armen (Anoniem) 2 De akker (A. Van Wilderode) 6 In vaders grote zetel (G.T. Antheunis) 5 Vader en moeder (T. Hermans)
Na een gezellige paaskoffietafel met mooie zang, maakt bloemenliefhebster Gilberte met veel plezier een omwegje met de auto om in de Wautersdreef en de François Spaestraat even stil te staan bij ‘la vie en rose’. Een lust voor het oog, maar zoals alle mooie liedjes van korte duur. Het doet ons verlangen naar de komende Floraliën, die na twee jaar uitstel, eindelijk zullen plaatsvinden in de Floraliënhal van het Citadelpark. Van kleine tentoonstelling in 1809 in een zaaltje van 48 m2, is de Gentse bloemententoonstelling uitgegroeid tot een wereldvermaarde expo, dit jaar onder het motto ‘Mijn Paradijs, mijn wereldse tuin’.
Wat hebben de Floraliën te maken met Merelbeke Flora ? Heel veel, natuurlijk. In de 2de helft van de 19de eeuw was Gent dé bloemenstad bij uitstek en Gentse bloemisten zochten ruimte voor hun nieuwe serres rond Gent, ook in Merelbeke. Rond 1860 waren er in het Gentse ongeveer 200 bloemisterijen, met alles samen ongeveer 600 serres. De faam van de camelia ruimde plaats voor de superioriteit van de Gentse azalea indica. In die tijd had Jan van Geert 100 variëteiten azalea indica, 80 variëteiten potpioenen en 40 soorten camelia’s. Gentse bloemisten vielen vaak in de prijzen op internationale tentoonstellingen in het buitenland. Bekende bloemisten waren Louis Van Houtte en Adolf Papeleu, die van Gentbrugge een tuinbouwcentrum maakten. Later maakte Papeleu van Wetteren een centrum voor boomkwekerijen. In 1880 waren er ongeveer 3.000 werklieden tewerkgesteld in de bloemisterijen, die zich meer en meer op uitvoer concentreerden. Uitheemse planten en bloemen werden in Gent veredeld en dan geëxporteerd, o.m. naar Amerika. (De Gentse azalea indica versierde ook het paleis van de Russische tsaar…)
Het tuinbouwgebied omvatte Merelbeke, Melle, Lochristi, Sint-Amandsberg en Oostakker, maar alles viel onder de noemer: Gentse sierteelt. Vuylsteke kweekte een zeldzame orchidee. (Voor fanatici: de odontoglossum). Na WO I was er een crisisperiode in de tuinbouw, maar in 1929 verstuurde men opnieuw sierteeltproducten naar een 30-tal landen, voor een totale waarde van 122.120.314 frank. Het oorlogsgeweld van WO II vernielde het bloemistendorp Merelbeke en velen moesten van nul herbeginnen. In 1965 benaderde de export het miljard. Met de petroleumcrisis en de hoge brandstofprijzen kwamen er grote problemen en uiteraard kwam er ook meer en meer concurrentie. Maar de 36ste editie van de Gentse Floraliën bewijst dat onze sierteelt nog niet is afgeschreven.
WIE WAS FLORA ?
Flora was één van de mindere goden/godinnen van de Romeinse Oudheid, ze was populair. De mythe van Flora komt uit verhalen van vóór de Romeinse tijd. Flora is afgeleid van het latijnse woord ‘flos’, wat bloem betekent. De godin Flora had het vermogen om gewassen te doen groeien en sterker te maken. Daarom werd ze ook de godin van de vruchtbaarheid. Wanneer mensen Flora boos maakten, werden zij als slachtoffers naar de grot van de Fratres Avales gebracht. De grootste tegenstander van Flora was de Romeinse god Robigus, die gewassen vernietigde en van kleur beroofde. Er was dus steeds een strijd tussen Flora en Robigus, een soort gevecht tussen goed en kwaad. Voor Flora werd in Rome een tempel gebouwd, op aanraden van de sibille van Cumae (*) en er was een lange tijd een jaarlijks festival eind april, begin mei. Dit festival werd echter afgeschaft wegens ‘losbandig feesten’. Kunstenaars hebben Flora meestal afgebeeld met bloemen in het haar. De tweelingzus van Flora was Fauna, godin van de dieren.
( *) De sibille van Cumae staat, net als een andere sibille en twee profeten, afgebeeld op het Lam Gods van Van Eyck, bovenaan.
De paaslelies en de tulpen lachen ons toe. Ook al voorspelt men na dat te vroeg zomertje opnieuw koude nachten, we hebben ‘onze winterpels achtergelaten’, zoals de Bond zonder Naam het mooi omschrijft. Maar het nieuws over oorlog in Oost-Europa vreet aan ons lentegevoel. Daarom is het goed dat wij af en toe positieve dingen lezen. In de eerste coronaperiode heb ik mij gefocust op opbeurende uitspraken van vrienden aan de telefoon en heb ik ook citaten genoteerd die ik toevallig las of hoorde in die dagen. Ik genoot van het opschrijven van die wijsheden en daarom blijf ik er nu en dan nog noteren, maar in iets mindere mate. Het zijn niet alleen geleerden, filosofen en taalkundigen die verstandige dingen vertellen. In mijn citatenschriftjes staan quotes van gewone mensen, vaak onbekenden voor mij, tussen die van beroemdheden. Sommige zouden in reuzegroot Cyrillisch schrift boven het bed van Poetin moeten hangen. Maar wat baten kaars en bril als de uil niet zien (en) wil ? De mensen die wijze raad niet nodig hebben, zijn de eersten die naar wijze raad luisteren. Ik geef jullie een kleine bloemlezing uit mijn verzameling.
Het is niet te voorkomen dat vogels van droefheid landen op onze schouders. Het is wel te voorkomen dat ze nesten bouwen in ons haar. (Chinees spreekwoord, geleerd van Krista Bracke, die immense moeilijkheden overwon).
Denk aleer gij doende zijt en doende, denk dan nog. (Guido Gezelle – 1881)
Je kunt ook aandacht besteden aan de planten i.p.v. aan het onkruid. Het negatieve moet je niet wegduwen, maar je kan wel het positieve aanvaarden. (acteur Ray Verhaeghe, 90+-ser)
Ik moet wel twee of drie rupsen verdragen, wil ik vlinders kunnen zien. (uit ‘De kleine Prins, Antoine de Saint-Exupéry)
Als velen in dezelfde richting gaan, komt de weg er vanzelf. (Gehoord op Canvas)
We kijken met miljoenen naar één bal in ’t stadion maar morgenochtend kijkt geen kip naar ’t opgaan van de zon. (Toon Hermans – Uit ‘Liggen in het gras)
Ons eigen geluk hangt af van de glimlach van anderen. (Albert Einstein – Dit stond minuscuul klein gedrukt op een papiertje dat in het koekje zat, gekregen als moederdagattentie van Samana in 2020.)
Kies ervoor om optimistisch te zijn. Dat voelt beter. (Daila Lama)
Vrijwilligers worden niet betaald, niet omdat ze waardeloos zijn, maar omdat ze onbetaalbaar zijn. (Rudi Coomans)
Een vat vol geleerdheid is nog geen druppel wijsheid waard. (Pythagoras – 6de eeuw v.C.)
Wanneer men naar het kerkhof gaat om overledenen te gedenken, denkt men er best ook bij: wat zou ik nu kunnen doen voor de levenden ? (Dat zei mijn moeder Martha Piens meermaals)
Gezonden willen vanalles. Zieken maar één ding. (Bond zonder Naam)
Een dikke boom begint als een teer twijgje. Een bergbeklimming begint met een stapje. (Lao Tse, 600 v.C.)
Schrap het woord ‘ik’ uit ons taalgebruik en de hele mensheid staat met de mond vol tanden en het paniekzweet op het voorhoofd. (Herman Brusselmans)
De pandemie is een natuurlijk experiment over de gezondheidseffecten van hoogmoed. (Dirk Draulans)
De geest wordt rijk door wat hij ontvangt, het hart door wat het geeft. (Victor Hugo)
Ik denk dat oma’s kleiner worden zodat ze beter in je hart passen. (Mona, 11 jaar. Gelezen in Libelle)
Veeg het grijs uit je leven weg en laat de kleuren, die je vanbinnen bezit, tot hun recht komen. (P.Picasso)
Lichtpunten kun je pas zien als je de duisternis in de ogen kijkt. (Uus Knops – psychiater, auteur uit Gentbrugge)
Voor iemand met een hamer lijkt elk probleem op een spijker. (Abraham Maslow)
Het leven kan alleen achterom kijkend begrepen worden, maar het leven moet voorwaarts kijkend geleefd worden. (Sören Kierkegaard)
Wie zich niet aanpast aan zijn deken ligt met zijn voeten bloot. (Goethe – vrije vertaling)
Je moet het leven nemen zoals het komt. Vandaag is dat goed, morgen is dat slecht, overmorgen terug wat beter. (Sylvain, een 82-jarige bewoner van een WZC in ‘Leef’ april 2020)
Een moedeloze aars laat geen vrolijke scheet. Aus einem verzagten Arschg kommt kein fröhlicher Firz. (Maarten Luther)
We kunnen vliegen als vogels en zwemmen als vissen, maar zoiets eenvoudigs als de aarde bewandelen als broeders en zusters, moeten we nog leren. (Martin Luther King)
Vrijheid voor de wolven betekent dood voor de lammeren. (Isaiah Berlin, filosoof uit Letland)
Wil je geen kennis verloren laten gaan en ze in de tijd laten reizen, vertrouw ze dan toe aan kinderen. (ouderling van de Bambara-stam – Uit: Wijsheid uit Afrika)
Wanneer je naar de zon kijkt, vallen alle schaduwen achter je. (Las ik op een glasonderzetter van de Gezinsbond)
Het beste middel tegen angst is schoonheid. (Damiaan Denys – Gehoord in ‘Touché’ op Radio 1)
Je bent de som van wat je hebt meegemaakt. (Pascal Braeckman – klankman – in Samana Magazine april 2020)
Wanneer men niet datgene heeft waarvan men houdt, moet men houden van datgene wat men heeft. Quand on n’a pas ce que l’on aime, il faut aimer ce que l’on a. (Roger de Rabutin – 17de eeuw)
Ijzer is goedkoop wanneer men de winst kan tellen van elke dode soldaat. (Lie Tillema-Heijnen in ‘Moeders, uw kind is geen kanonnenvlees’ 1934)
Verspil nooit een goede crisis. Never waste a good crisis. (Winston Churchill)
Iedereen is een genie. Maar als een vis wordt beoordeeld op zijn vaardigheid om in bomen te klimmen, zal hij zichzelf zijn hele leven als een mislukkeling beschouwen. (Albert Einstein)
Als mensen je dierbaar zijn, zeg hun dat dan het liefst vandaag nog. (Luc Swinnen – arts, in een interview)
Durf jezelf eens af te vragen of het kind in jou geïnspireerd zou zijn door de volwassene die je geworden bent. (Tommy Browaeys – Gelezen in Samana Magazine nr 31 in 2020)
De helft van de fouten die we in het leven maken, zijn een gevolg van het feit dat we voelen wanneer we zouden moeten denken en denken wanneer we zouden moeten voelen. (John Collins)
Ik buig diep voor mensen die zich vanuit de rand van de orkaan vastberaden naar het windstille oog worstelen. Ik bewonder iedereen die het noodlot voor altijd op zijn rug draagt en dan toch nog kan lachen, toch nog blijft hopen op beter. (Nico Dijkshoorn in De Gentenaar/Het Nieuwsblad)
De kunst bestaat erin te begrijpen en te aanvaarden dat sommige dingen niet te begrijpen of te aanvaarden zijn. (Eva Van Braeckel – longarts UZ Gent)
Wie een vuist maakt, kan geen hand geven. (Bond zonder Naam)
Haal de MOET eruit. Houd de MOED erin. (Gelezen op de flap van ‘Houvast’ Samana)
Reeds twee jaar lang vonden we het geen pretje om naar het Journaal te kijken. Het tot in maart 2020 (voor de meeste mensen) onbekende woord ‘corona’ deed op de duur onze oren tuiten. Lockdown, tweede golf, derde en volgende golf, cijfers van besmettingen en van het aantal coronadoden, daartussen nog natuurrampen her en der, vluchtelingenproblematiek…
Nu de lente in aantocht is, (dat vertellen de crocusjes ons,) en wij bijna euforisch worden na de laatste versoepelingen van de maatregelen, beginnen we alweer te piekeren wanneer we de nieuwsberichten horen, en piekeren is dan nog zacht uitgedrukt. Het woord ‘oorlog’, dat momenteel al te vaak in nieuwsberichten te horen is, klinkt angstaanjagend. En plots komt een lied van Sting uit 1985 weer in mijn gedachten: Russians. In de tijd van Reagan en Chroesjtsjev zong Sting: “I hope the Russians love their children too”, ik hoop dat de Russen ook van hun kinderen houden. Het was een lied met een krachtige tekst.
Een fragment: Hoe kan ik mijn kleine jongen beschermen tegen het dodelijke speelgoed van Oppenheimer ? Er is geen monopolie op gezond verstand, aan elke kant van het politieke hek. We delen dezelfde biologie, los van ideologie. Geloof me wanneer ik je zeg: Ik hoop dat de Russen ook van hun kinderen houden.
Als moeder van drie zonen stel ik mij in de plaats van die miljoenen moeders ginds in het oosten van ons ‘beschaafde’ Europa.
IK ZAL HET NOOIT BEGRIJPEN
Ik kan mijn land niet liefhebben, mijn zoon, als jij moet gaan, verkleed, vermomd als moordenaar, gegooid in ’t gekkenspel, met lege leuzen opgepept, recht naar de oorlogshel.
Ik wil niet aan een massagraf met duizend moeders wenen, ik wil geen naam gebeiteld zien in harde huldestenen.
Ik huiver bij een kruisentuin, mijn zoon. Het heeft geen zin, zovelen vochten om de eer, gekraakt door pijn en spijt, zijn zij op ’t veld tot niets vergaan, veld van absurditeit.
Ik wil niet dat mijn eigen bloed vermengd wordt met het kruit wanneer jij in een moddersloot verkrampt je ogen sluit.
Ik zal het nooit begrijpen, mijn zoon, wat oorlog is. De mens, nog steeds een beetje beest, bezeten en behept, verschroeit zijn eigen lente tot alles is verlept.
Ik kan mijn land niet liefhebben dat levens laat vernielen en zal voor goden van geweld nooit buigen en nooit knielen.
Het komt op tv en het staat in de krant: er zijn soms bijzondere dagen, één dag zonder vlees of Tournée Minérale en ook nog een maand zonder klagen. Die laatste begon op de mottigste dag, ‘Blue Monday’, die heet deprimerend. De sluwe berekenaar had iets op ’t oog, want dollars zijn echt inspirerend. Dus net op dié dag startte ‘Kies positief’, op 17 in januari ging men 30 dagen het klagen te lijf. De ene denkt ’tof’, d’andere ‘larie’. Ik heb bij de bakker het weer niet verwenst, maar prees zachte druppels: “zó fijntjes !” De slagersvrouw vroeg of het goed met me ging. “Fantastisch”, zei ik, “slechts drie pijntjes”. Wie heel weinig last heeft, klaagt dikwijls het meest, die maakt zelfs een hobby van zuchten. Maar eenzamen, zieken, snoer hén niet de mond. ’t Kan deugd doen zijn hart eens te luchten. Wanneer we bijeen zijn met een kleine groep voor koffieklets, om nieuws te delen, zegt Frieda: “Het kwalenkwartier gaat nú in, en dan gaan we Rummikub spelen”. En dát hebben wij ons dus eigen gemaakt. Meer lachen doet beter verteren. Belangrijke woorden: ‘met mate’ en ook ‘doseren en relativeren’. Nog één week ‘verplicht’ en daarna weer spontaan gewoon positief … denken, spreken… Maar drink nog geen wijntje bij ’t Rummikub-spel. Tournée Minérale ! … Nog 2 weken !
In pas ontloken tederheid omhelst de nieuwe dag het naakte leven. Mijn gedachten wiekelen als jonge torenvalken bij wazig morgenlicht.
Het vriest witte winterbloemen op mijn ruiten.
Terwijl langzaam mensenschaduwen uitsterven langs verloren illusies geef ik opnieuw mijn dromen idealen.
Magda Pylyser
Kom niet met de hele waarheid kom niet met de zee voor mijn dorst, kom niet met de hemel als ik om licht vraag, maar kom met een glimp, met dauw, met een vleugje, zoals vogels druppels meedragen van hun bad en de wind een korrel zout.
2022! Wat gaat alles snel. We herinneren ons nog levendig alle poespas bij dat magische getal 2000. En nu zijn we alweer in de vorstmaand, 22 jaar verder. Dat woord ‘vorstmaand’ staat zoals alle jaren op de Druivelaarkalender. Ik ben wellicht een van de weinigen die af en toe ook de uren van zonsopgang en zonsondergang lezen. Ik had graag die zon eens gezien op 13 januari, maar neen, grijs, grauw, erwtensoep. Dan lees ik de patroonheilige van de dag: de H.Hilarius. Hilarisch zijn de meest mopjes niet op de kalender, maar toch sla ik het ritueel van het omdraaien van het afgescheurde blaadje niet over. Mopje van de dag:
Man die een brief zit te lezen, tegen zijn vrouw: “Dit is een brief van de belastingsinspectie. Ze willen weten waar ik het geld heb gehaald om ze te betalen.” En dat doet me eraan denken dat ik nog moet internetbankieren. Aan de slag.
Tot in de herfst van 2021 had ik een comfortrekening en daar voelde ik mij best comfortabel bij. En dan kreeg ik plots op het scherm: ‘Bye bye classic banking. Welcome to BEATS. Ons hart BEATS voor u.’ Men kent bij de bank blijkbaar nog een paar woorden Nederlands: ons hart, voor u. Oh ja, ze zijn er ‘voor u’! Indien u goed te been bent, of over een auto beschikt, indien u bij een telefonische vraag de verwijzing krijgt naar’ www… enz.’ en toch beleefd blijft… Geen kwaad woord over al die vriendelijke personeelsleden bij de bank, hoor. (En ik wil geen ruzie met een bankier in mijn familie.) Zal mijn geld méér opbrengen nu ik een Angelsaksisch-bonkende rekening heb?
Mijn generatie heeft behoorlijk haar best gedaan om de Nederlandse taal te (her)waarderen, wij hebben zelfs met ABN-clubjes geijverd om Franse woorden die een Nederlands equivalent hadden, te weren. En terwijl met een zacht briesje overbodige Franse woorden wegsijpelden, kwam het Engels met een wervelstorm binnen. Meertaligheid is een pluspunt en wij mogen als Vlamingen fier zijn op onze talenkennis. Maar wat is er mis met ‘Vrolijk Kerstfeest en gelukkig Nieuwjaar’? Ik bekijk de nieuwjaarkaartjes die ik ontving en mijn hoofd BEATS. Zoveel ‘Merry Christmas and Happy New Year’- kaartjes, soms met op de keerzijde ‘Made in Belgium’. Ook merry en happy fotokaartjes van vrienden die zelf de tekst kunnen kiezen op het computerprogramma.
Wellicht denken de ‘kids’ dat dit ‘item’ hun ‘fun’ bederft. ‘Shit’ klinkt netter uit de mond van een kleinkind dan de ‘verdomme’ van vroeger, maar vraag het eens de vertaling op te zoeken? Alles went, ook een stinkend woordje. Het ‘Woord van het jaar 2021’ was sterk: knaldrang. Het woord ‘corona’ zat er tenminste niet in, al was het wel de inspiratie. De Nederlanders vond ik negatief met hun ‘prikspijt’. Het kinderwoord van het jaar klonk niet bepaald Nederlands, maar ik vond het een sympathieke keuze: ‘ma stobbe’. (Stop, het mag stoppen want ik heb dat niet graag.) En ook het tienerwoord was leuk en gelukkig niet coronagerelateerd: bestie (voor beste vriend of vriendin). Maar toch goed dat men in het Journaal en in de krant daar een beetje uitleg bij gaf.
Zou dat ooit uitgegeven worden, een woordenboekje ‘Kleinkindertaal-Omataal’? Bas, bruh, echt? Sheesh bro! Interessant om een eenvoudige taal bij te leren, al gebruiken de kinderen die taal niet bij oma maar alleen onder elkaar. Tegen dat een dergelijk woordenlijstje gedrukt zou zijn, is er niemand die de modewoordjes nog in de mond neemt.
Tja, alles evolueert in een mensenleven. De fase van Tik Tak, dan naar Tiktok en dan Tactiek. Mijn voorziene tactiek voor 2022? Nie neuten, nie pleujen. Oei, dat is ook geen keurig Nederlands…